Zendamateurs in het antenne-register
Onderstaande text is letterlijk overgenomen van de site van het antennebureau.
Wetswijziging
Het besluit tot de aanpassing van het huidige Antenneregister is
vastgelegd in de Telecommunicatiewet.
Er is voor gekozen om alle vast opgestelde antenne-installaties te registreren
die met meer dan
10 decibel watt vermogen zenden.
Hierdoor wordt het Antenneregister uitgebreid met gegevens van meer dan 25.000
antenne-installaties.
Dit zijn onder andere antenne-installaties die worden gebruikt door omroepen,
luchthavens en spoorwegen.
Radiozendamateurs
Ook zijn er straks antennes van radiozendamateurs in het
Antenneregister zichtbaar.
Deze zendamateurs hebben vaak een vast opgestelde antenne op hun erf staan.
Radiozendamateurs zijn geregistreerd bij Agentschap Telecom.
Daardoor hebben zij, in tegenstelling tot zendpiraten, toestemming om een
bepaald stuk frequentieruimte te gebruiken.
Aanvulling uit Staatsblad d.d.: 22 December
2009:
(bron: staatsblad van het koninkrijk der Nederlanden)
Voor opname in het register wordt in het eerste lid, onder a en onder b,
een grens van meer dan 10 dB watt ERP gehanteerd.
Antennes die geplaatst zijn met het doel met een zendvermogen van meer dan 10
dB watt Effective Radiated Power (ERP)
uit te gaan zenden worden in het register opgenomen. Het gaat daarbij dus om
het vermogen waarmee de antenne gaat zenden.
Deze registratieplicht geldt derhalve ook voor antennes die zijn geplaatst,
maar feitelijk nog niet in gebruik zijn genomen.
Het gaat om op een vaste locatie geplaatste antennes. Antennes in auto’s,
aan boord van schepen of anderszins voor
mobiel gebruik (handhelds) kunnen naar hun aard niet met stippen op een kaart
worden weergegeven in een register.
In de praktijk komt het voor dat sommige antennes, behorend tot een
samenhangend netwerk (bijvoorbeeld GSM en UMTS),
wel en andere net niet boven de grens van 10 dB watt ERP uitkomen.
Indien meer dan de helft van deze antennes afzonderlijk een effectief
uitgangsvermogen van meer dan 10 dB watt ERP genereert,
worden alle antennes van het netwerk in het register opgenomen (eerste lid,
onder b).
Voor antennes van radiozendamateurs geldt de grens van 10 dB watt ERP
niet.
De reden hiervoor is dat het voor radiozendamateurs erg lastig is om het
vermogen dat door de antenne wordt uitgezonden
nauwkeurig vast te stellen. Dit vermogen kan ook nog eens erg fluctueren.
Daarnaast wordt er niet continu uitgezonden, waardoor handhaving door de
toezichthouder vrijwel onmogelijk is.
Een antenne van een radiozendamateur hoeft alleen te worden opgenomen in het
register als deze ook daadwerkelijk wordt
gebruikt om te zenden.
Antennes van radiozendamateurs die enkel worden gebruikt om te ontvangen,
hoeven niet in het register te worden opgenomen.
Voorts wordt geregeld dat gegevens van antennes in gebruik bij
overheidsorganen die een taak uitoefenen op het terrein van politie,
justitie of veiligheid zijn uitgezonderd.
Zo zullen bijvoorbeeld de antennes van het C2000-netwerk uit
veiligheidsoverwegingen niet in het register worden opgenomen.
Radiozendamateurs hebben geen vergunning meer nodig, maar worden wel
geregistreerd.
Als de radiozendamateur voornemens is te gaan uitzenden, dan hoeft hij naast
de gegevens die reeds geregistreerd zijn, alleen de locatie
van de antenne op te geven.
Agentschap Telecom zal hiervoor een applicatie beschikbaar stellen waarmee op
een kaart kan worden aangegeven waar de antenne zich bevindt.
Het opzoeken van deze locatie zal naar schatting 5 minuten tijd kosten.
Naar schatting 4000 zendamateurs zullen hun antennes moeten registeren.
De totale administratieve lasten komen daarmee op 4000 x 5 = 20.000 minuten.
In dit artikel wordt geregeld welke gegevens van de radiozendamateurs worden opgenomen.
Voor deze categorie is een uitzondering gemaakt vanwege het experimentele
karakter.
Radiozendamateurs doen regelmatig aanpassingen aan hun apparatuur.
Hierdoor veranderen zendvermogen, zendrichting, frequentie en het type
antenne.
Dit zou gevolgen hebben voor de administratieve lasten van deze groep.
Om dit te beperken is er voor gekozen alleen het type registratie en de
locatie van de antenne op te nemen.
Een radiozendamateur mag pas uitzenden als hij met succes een examen
heeft afgelegd en zich daarna op de juiste wijze heeft geregistreerd.
Momenteel kunnen er twee type examens worden afgenomen, die ieder recht
geven op een bepaald gebruik van een antenne,
mits de radiozendamateur zich heeft geregistreerd.
Opname van het type van registratie, die overeenkomt met het type examen dat
is afgelegd, geeft informatie over in welke frequentiebanden
en met welk vermogen de radiozendamateur mag uitzenden.
Op de website van het antenneregister is een overzicht van de verschillende type opgenomen.
De locatiegegevens zijn essentieel voor het terugvinden van de antenne in het register.
Onze Minister mag de gegevens die radiozendamateurs verstrekken in het
kader van de registratie gebruiken voor het antenneregister.
Radiozendamateurs hoeven dan niet twee keer gegevens aan te leveren. Dit
geldt voor gegevens die na inwerkingtreding van deze AMvB zijn verstrekt.
(bron: Staatsblad d.d.: 22 December 2009)
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------